Voorafgaand aan de start van de behandeling
Voor patiënten die zwanger kunnen worden:
- ☐ Bevestig voorafgaand aan de start van de behandeling een negatieve zwangerschapstest.
- ☐ Informeer over het risico van mavacamten op embryofoetale toxiciteit. Informeer over de noodzaak van het vermijden van zwangerschap en de noodzaak om een effectieve vorm van anticonceptie te gebruiken tijdens behandeling met mavacamten en gedurende 6 maanden na het staken van de behandeling.
- ☐ Instrueer patiënten om direct contact met u of een ander lid van het zorgteam op te nemen als ze zwanger worden of denken dat ze zwanger zijn.
Voor alle patiënten:
- ☐ Voer een echocardiografie uit en bevestig dat de LVEF van de patiënt ≥ 55% is voordat wordt gestart met de behandeling.
- ☐ Genotypering van patiënten voor CYP2C19 fenotype moet worden uitgevoerd om de juiste dosis mavacamten te bepalen.
- ☐ Controleer op potentiële interacties met mavacamten en alle andere geneesmiddelen (waaronder geneesmiddelen op voorschrift en zonder recept), kruidensupplementen en grapefruitsap. Gedetailleerde richtlijnen over dosisaanpassingen/contra-indicaties met gelijktijdig toegediende geneesmiddelen, op basis van het CYP2C19 fenotype van de patiënt, is opgenomen in de Samenvatting van de productkenmerken (tabel 1 en tabel 2 van rubriek 4).
- ☐ Informeer patiënten over het risico op hartfalen dat samenhangt met mavacamten en vertel patiënten dat ze hun zorgverlener moeten raadplegen of direct medische hulp moeten inschakelen als ze last krijgen van verslechterde, aanhoudende of nieuwe kortademigheid, pijn op de borst, vermoeidheid, hartkloppingen of zwellen van de benen.
- ☐ Informeer patiënten over het risico op potentiële interacties met mavacamten en dat ze geen geneesmiddelen mogen starten of stoppen of de dosis van andere geneesmiddelen niet mogen wijzigen zonder eerst met u te overleggen.
- ☐ Geef de patiënt de Patiëntenfolder en wijs op de Patiëntkaart in de folder.
CYP=cytochrome P450; LVEF= linkerventrikel ejectiefractie